Ruka in het nederlands

Vertaling: ruka, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
arm, schrift, bewapenen, aanreiken, passerbeen, hand, wapenen, filiaal, overhandigen, been, depot, wapen, de hand, kant, met de hand
Ruka in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ruina in het nederlands - vernielen, ruïne, ravage, bouwval, verwoesten, verderven, puinhoop, ...
  • ruinovat in het nederlands - vernielen, ravage, bouwval, puinhoop, ruïneren, verderven, ruïne, ...
  • rukavice in het nederlands - handschoen, handschoenen, hand schoenen, schoenen
  • rukavičkář in het nederlands - handschoenmaker, Glover, glover van
Willekeurige woorden
Ruka in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: arm, schrift, bewapenen, aanreiken, passerbeen, hand, wapenen, filiaal, overhandigen, been, depot, wapen, de hand, kant, met de hand