Sloučit in het nederlands
Vertaling: sloučit, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
affiliëren, lont, aannemen, samenbrengen, verbinden, filiaal, aaneenvoegen, paren, verenigen, bijeenbrengen, depot, kousje, samensmelten, samenvloeien, samenvoegen, fuseren, samen te voegen
Verwante woorden
Vertalingen
- sloučenina in het nederlands - combinatie, verbinding, samenstelling, samengesteld, verbinding met, samengestelde
- sloučení in het nederlands - smelting, combinatie, fusie, verbinding, vermenging, amalgamatie, samensmelting, ...
- sloužit in het nederlands - bedienen, baten, helpen, voorleggen, serveren, opdienen, dienen, ...
- sloužící in het nederlands - dienstmeisje, meid, bediende, dienaar, knecht, steward, dienares, ...
Willekeurige woorden
Sloučit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: affiliëren, lont, aannemen, samenbrengen, verbinden, filiaal, aaneenvoegen, paren, verenigen, bijeenbrengen, depot, kousje, samensmelten, samenvloeien, samenvoegen, fuseren, samen te voegen
Vertalingen: affiliëren, lont, aannemen, samenbrengen, verbinden, filiaal, aaneenvoegen, paren, verenigen, bijeenbrengen, depot, kousje, samensmelten, samenvloeien, samenvoegen, fuseren, samen te voegen