Soupeř in het nederlands
Vertaling: soupeř, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
concurreren, concurrent, oppositie, tegenstander, mededinger, tegenstand, tegenspeler, rivaal, meedingen, wedijveren, vijandelijk, vijand, rivaliserende, concurrerende
Verwante woorden
Vertalingen
- souostroví in het nederlands - eilandengroep, archipel, archipel van, eilanden
- souosý in het nederlands - coaxiale, coax, coaxiaal, coaxkabel
- soupeření in het nederlands - rivaal, match, twist, concurrent, mededinger, concours, wedstrijd, ...
- soupeřit in het nederlands - concurrent, wedijveren, concurreren, meedingen, mededinger, rivaal, te concurreren, ...
Willekeurige woorden
Soupeř in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: concurreren, concurrent, oppositie, tegenstander, mededinger, tegenstand, tegenspeler, rivaal, meedingen, wedijveren, vijandelijk, vijand, rivaliserende, concurrerende
Vertalingen: concurreren, concurrent, oppositie, tegenstander, mededinger, tegenstand, tegenspeler, rivaal, meedingen, wedijveren, vijandelijk, vijand, rivaliserende, concurrerende