Taškář in het nederlands

Vertaling: taškář, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
boef, schoelje, schurk, rotzak, ellendeling, schelm, ploert, schavuit, schoft, kwispelen, grappenmaker, grapjas, wag, kwispeling
Taškář in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • taxík in het nederlands - taxi, vigilante, aapje, huurrijtuig, cabine, cab, de cabine
  • taška in het nederlands - uier, plavuis, tegelsteen, koffer, valies, tas, portefeuille, ...
  • taťka in het nederlands - pappa, pa, pappie, papa, vaartje, van Papa, de pa
  • tažení in het nederlands - uitstapje, toer, excursie, expeditie, tocht, campagne, actie, ...
Willekeurige woorden
Taškář in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: boef, schoelje, schurk, rotzak, ellendeling, schelm, ploert, schavuit, schoft, kwispelen, grappenmaker, grapjas, wag, kwispeling