Telefonát in het nederlands

Vertaling: telefonát, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vertonen, sein, signaal, tekenen, teken, aanwijzen, kenmerken, uitduiden, aanduiden, seinen, tentoonspreiden, aangeven, tonen, telefoontje, roep, telefoongesprek, oproepen, roepen
Telefonát in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • telefonista in het nederlands - telefonist, telefoniste, telephonist
  • telefonní in het nederlands - telefoneren, heten, telefoon, roepen, opbellen, de telefoon, telefoonnummer, ...
  • telegraf in het nederlands - telegraferen, overseinen, telegraaf, Telegraph, telegrafie, de telegraaf, telegraaf-
  • telegrafický in het nederlands - overseinen, telegraaf, telegraferen, telegrafisch, telegramadres, telegrafische, telegram-, ...
Willekeurige woorden
Telefonát in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: vertonen, sein, signaal, tekenen, teken, aanwijzen, kenmerken, uitduiden, aanduiden, seinen, tentoonspreiden, aangeven, tonen, telefoontje, roep, telefoongesprek, oproepen, roepen