Trůn in het nederlands

Vertaling: trůn, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
troon, de troon, troon van, troon te
Trůn in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • trýzeň in het nederlands - doodsstrijd, penitentie, angst, temptatie, kwellen, foltering, agonie, ...
  • trýznit in het nederlands - treiteren, smart, angst, penitentie, kwellen, zielsangst, agonie, ...
  • tuba in het nederlands - slang, binnenband, roer, luchtpijp, steel, buis, kanaal, ...
  • tuberkulózní in het nederlands - tuberculeus, tuberculeuze, tuberculose, tuberculous, tuberculosa
Willekeurige woorden
Trůn in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: troon, de troon, troon van, troon te