Užít in het nederlands
Vertaling: užít, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
functie, genieten, uitbuiten, werkkring, toepassen, zetten, doorvoeren, doel, leggen, betrekking, aandoen, toepassing, gebruiken, aanwenden, baan, gebruik, genieten van, geniet, te genieten, geniet van
Verwante woorden
Vertalingen
- užrala in het nederlands - zat, dronken, dol, beschonken, rijp, rijpe, rijp is
- užvaněný in het nederlands - praatziek, praatzieke, garrulous, spraakzame, praatgrage
- užívat in het nederlands - toepassing, doelstelling, aanwending, tewerkstelling, besteden, functie, betrekking, ...
- užívání in het nederlands - doelstelling, beoefenen, betrachten, honk, benutten, tewerkstelling, toepassen, ...
Willekeurige woorden
Užít in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: functie, genieten, uitbuiten, werkkring, toepassen, zetten, doorvoeren, doel, leggen, betrekking, aandoen, toepassing, gebruiken, aanwenden, baan, gebruik, genieten van, geniet, te genieten, geniet van
Vertalingen: functie, genieten, uitbuiten, werkkring, toepassen, zetten, doorvoeren, doel, leggen, betrekking, aandoen, toepassing, gebruiken, aanwenden, baan, gebruik, genieten van, geniet, te genieten, geniet van