Užití in het nederlands

Vertaling: užití, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
baan, doelstelling, werkgelegenheid, uitoefenen, betrekking, plaats, opleggen, doelwit, tewerkstelling, usance, doorvoeren, aandoen, aanwending, doel, gewoonte, toepassing, gebruik, gebruiken, het gebruik, gebruikt
Užití in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • užitečně in het nederlands - nuttig, zinvolle, zinvol, nuttige wijze, nut
  • užitkový in het nederlands - utilitarist, utilitaire, utilitair, utilitaristische, utilitaristisch
  • uživatel in het nederlands - verbruiker, aanwezige, inwoner, gebruiker, user, gebruiksaanwijzing, gebruikers, ...
  • užovka in het nederlands - ringslang, grass snake, grasslang, slangekruid
Willekeurige woorden
Užití in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: baan, doelstelling, werkgelegenheid, uitoefenen, betrekking, plaats, opleggen, doelwit, tewerkstelling, usance, doorvoeren, aandoen, aanwending, doel, gewoonte, toepassing, gebruik, gebruiken, het gebruik, gebruikt