Ublížit in het nederlands

Vertaling: ublížit, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aangeschoten, afbreuk, havenen, nadeel, verwonden, kwetsen, verwonding, affronteren, schade, beschadigen, lijden, beledigen, krenken, gewond, letsel, bederven, pijn doen, pijn, kwaad
Ublížit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • u in het nederlands - dichtbij, zowat, klaar, naar, plusminus, jegens, bijna, ...
  • ubezpečit in het nederlands - waarborg, garanderen, garantie, geruststellen, gerust te stellen, gerust, verzekeren, ...
  • ubohost in het nederlands - armoede, schamelheid, ellende, armoe, narigheid, misère, nood, ...
Willekeurige woorden
Ublížit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: aangeschoten, afbreuk, havenen, nadeel, verwonden, kwetsen, verwonding, affronteren, schade, beschadigen, lijden, beledigen, krenken, gewond, letsel, bederven, pijn doen, pijn, kwaad