Vzít in het nederlands
Vertaling: vzít, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
krijgen, beschouwen, vergen, overwegen, genieten, achten, moeten, toegeven, verkiezen, raken, opheffen, uitpikken, aandragen, elimineren, steken, behalen, nemen, innemen, te nemen, neem, neemt
Verwante woorden
Vertalingen
- vzájemně in het nederlands - wederzijds, onderling, elkaar, beide partijen, voor beide partijen
- vzápětí in het nederlands - aanstonds, subiet, dadelijk, zo, onmiddellijk, meteen, direct, ...
- vzývat in het nederlands - aanroepen, afsmeken, inroepen, beroepen, te roepen, beroep doen
- vzývání in het nederlands - aanroeping, Invocation, aanroep, invocatie, inroepen
Willekeurige woorden
Vzít in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: krijgen, beschouwen, vergen, overwegen, genieten, achten, moeten, toegeven, verkiezen, raken, opheffen, uitpikken, aandragen, elimineren, steken, behalen, nemen, innemen, te nemen, neem, neemt
Vertalingen: krijgen, beschouwen, vergen, overwegen, genieten, achten, moeten, toegeven, verkiezen, raken, opheffen, uitpikken, aandragen, elimineren, steken, behalen, nemen, innemen, te nemen, neem, neemt