Zápal in het nederlands
Vertaling: zápal, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
warmte, glans, blaken, pittigheid, hitte, vuur, spirit, ambitie, ontsteking, ijver, gloed, sappigheid, gloeien, ontstekingen, inflammatie, een ontsteking, de ontsteking
Verwante woorden
Vertalingen
- západka in het nederlands - klink, vergrendeling, grendel, latch, hendel
- západní in het nederlands - westelijk, west, westers, westen, western, westelijke, westerse
- zápalka in het nederlands - wedstrijd, tweetal, echtpaar, duo, koppel, lucifer, match, ...
- zápalný in het nederlands - hartstochtelijk, brandend, brandbaar, brandstichtend, brandstichter, opruiend, brandbommen, ...
Willekeurige woorden
Zápal in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: warmte, glans, blaken, pittigheid, hitte, vuur, spirit, ambitie, ontsteking, ijver, gloed, sappigheid, gloeien, ontstekingen, inflammatie, een ontsteking, de ontsteking
Vertalingen: warmte, glans, blaken, pittigheid, hitte, vuur, spirit, ambitie, ontsteking, ijver, gloed, sappigheid, gloeien, ontstekingen, inflammatie, een ontsteking, de ontsteking