Zápas in het nederlands

Vertaling: zápas, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
concours, beetpakken, worstelen, vechten, strijd, slag, bestrijden, spel, echtpaar, match, strijden, conflict, botsing, veldslag, redetwist, kamp, wedstrijd, lucifer, gelijke, wedstrijdresultaten
Zápas in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • zápalka in het nederlands - wedstrijd, tweetal, echtpaar, duo, koppel, lucifer, match, ...
  • zápalný in het nederlands - hartstochtelijk, brandend, brandbaar, brandstichtend, brandstichter, opruiend, brandbommen, ...
  • zápasit in het nederlands - kampen, redetwist, veldslag, spartelen, strijd, botsing, strijden, ...
  • zápasník in het nederlands - vechter, atleet, worstelaar, wrestler, De worstelaar, worstelaar van, worstelaars
Willekeurige woorden
Zápas in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: concours, beetpakken, worstelen, vechten, strijd, slag, bestrijden, spel, echtpaar, match, strijden, conflict, botsing, veldslag, redetwist, kamp, wedstrijd, lucifer, gelijke, wedstrijdresultaten