Zásluha in het nederlands
Vertaling: zásluha, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
citaat, verdienen, verdienste, credit, aanhaling, krediet, tegoed, creditzijde, toekomen, verdiensten, waarde, merites
Verwante woorden
Vertalingen
- zásek in het nederlands - kartel, inkeping, keep, kerf, houwen, hakken, hack, ...
- zásilka in het nederlands - afdracht, transfer, lading, vracht, zending, consignatie, partij, ...
- záslužný in het nederlands - verdienstelijk, verdienstelijke, Meritorious, verdienste, de Verdienstelijke
- zásnuby in het nederlands - treffen, gevecht, veldslag, afspraak, deelname, kamp, slag, ...
Willekeurige woorden
Zásluha in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: citaat, verdienen, verdienste, credit, aanhaling, krediet, tegoed, creditzijde, toekomen, verdiensten, waarde, merites
Vertalingen: citaat, verdienen, verdienste, credit, aanhaling, krediet, tegoed, creditzijde, toekomen, verdiensten, waarde, merites