Začínat in het nederlands

Vertaling: začínat, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aanbreken, aanvangen, beginnen, begin, aanzetten, ingaan, ontstaan, activeren, aanvang, aanhef, intrede, aanbinden, begint, te beginnen, beginnen met
Začínat in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • začátečník in het nederlands - beginner, nieuweling, beginneling, novice, leerjongen, beginners, beginnende, ...
  • začínající in het nederlands - novice, beginner, nieuweling, begin, aanvang, beginnen, begint, ...
  • začít in het nederlands - opendoen, begin, openmaken, aanvangen, aanhef, aanzetten, activeren, ...
  • zařadit in het nederlands - instoppen, stelling, plaats, lokaliteit, situeren, inzetten, zetten, ...
Willekeurige woorden
Začínat in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: aanbreken, aanvangen, beginnen, begin, aanzetten, ingaan, ontstaan, activeren, aanvang, aanhef, intrede, aanbinden, begint, te beginnen, beginnen met