Zařídit in het nederlands
Vertaling: zařídit, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afdoen, verstrekken, aanrichten, inrichten, vestigen, afleveren, opknappen, instellen, afstemmen, gronden, bevestigen, aanbrengen, toerusten, oprichten, voegen, gesticht, regelen, schikken, arrangeren, ordenen, te regelen
Verwante woorden
Vertalingen
- zařizovat in het nederlands - bestellen, spekken, leveren, verstrekken, aanrichten, afleveren, provianderen, ...
- zařizování in het nederlands - uitrusting, accommodatie, inrichting, arrangeren, schikken, regelen, het regelen, ...
- zařízení in het nederlands - zetting, betamelijk, behoorlijk, adaptatie, organisatie, machinerieën, huisraad, ...
- zaškrcení in het nederlands - neerslaan, verstikken, wurgen, choken, onderdrukken, worgen, verkroppen, ...
Willekeurige woorden
Zařídit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: afdoen, verstrekken, aanrichten, inrichten, vestigen, afleveren, opknappen, instellen, afstemmen, gronden, bevestigen, aanbrengen, toerusten, oprichten, voegen, gesticht, regelen, schikken, arrangeren, ordenen, te regelen
Vertalingen: afdoen, verstrekken, aanrichten, inrichten, vestigen, afleveren, opknappen, instellen, afstemmen, gronden, bevestigen, aanbrengen, toerusten, oprichten, voegen, gesticht, regelen, schikken, arrangeren, ordenen, te regelen