Zabít in het nederlands
Vertaling: zabít, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
moord, doodmaken, ombrengen, vermoorden, afbreken, slachten, doden, verwoesten, vernielen, vernietigen, moorden, doodslag, te doden, dood, te vermoorden
Verwante woorden
Vertalingen
- zabíjet in het nederlands - ombrengen, doodmaken, doden, slachten, moord, doding, killing, ...
- zabírat in het nederlands - uitpikken, vergen, erkennen, bedenken, afzetten, nagaan, uitmaken, ...
- zacelit in het nederlands - genezen, helen, sluiten, te sluiten, om te sluiten, af te sluiten, worden afgesloten
- zacementovat in het nederlands - verzegelen, bezegelen, rob, cement
Willekeurige woorden
Zabít in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: moord, doodmaken, ombrengen, vermoorden, afbreken, slachten, doden, verwoesten, vernielen, vernietigen, moorden, doodslag, te doden, dood, te vermoorden
Vertalingen: moord, doodmaken, ombrengen, vermoorden, afbreken, slachten, doden, verwoesten, vernielen, vernietigen, moorden, doodslag, te doden, dood, te vermoorden