Zaměstnávat in het nederlands
Vertaling: zaměstnávat, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
huren, drillen, bekleden, beoefenen, aannemen, besteden, beslaan, werk, tewerkstelling, tewerkstellen, bezighouden, opleggen, zetten, toepassen, werkgelegenheid, uitoefenen, dienst, gebruiken, aanwenden, in dienst hebben
Verwante woorden
Vertalingen
- zaměstnavatel in het nederlands - aanvoerder, kapitaal, meester, heer, werkgever, apart, baas, ...
- zaměstnání in het nederlands - slag, vooruitzicht, leggen, drillen, zakenwereld, beoefenen, betrachten, ...
- zaměňování in het nederlands - verwarring, wanorde, verwardheid, verwarring te, verwarringsgevaar
- zaměření in het nederlands - focus, aandacht, nadruk, scherpstelling, gericht
Willekeurige woorden
Zaměstnávat in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: huren, drillen, bekleden, beoefenen, aannemen, besteden, beslaan, werk, tewerkstelling, tewerkstellen, bezighouden, opleggen, zetten, toepassen, werkgelegenheid, uitoefenen, dienst, gebruiken, aanwenden, in dienst hebben
Vertalingen: huren, drillen, bekleden, beoefenen, aannemen, besteden, beslaan, werk, tewerkstelling, tewerkstellen, bezighouden, opleggen, zetten, toepassen, werkgelegenheid, uitoefenen, dienst, gebruiken, aanwenden, in dienst hebben