Zavařit in het nederlands

Vertaling: zavařit, Woordenboek: tsjechisch » nederlands

Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitwinnen, overhouden, conserveren, uitsparen, konfijten, uitzuinigen, bewaren, bergen, onderhouden, inleggen, besparen, inmaken, behouden, bezuinigen, handhaven, opgemaakt, zetten, gereed, zette, verpakt
Zavařit in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • zavazadlo in het nederlands - bagage, Bagageopslag, de bagage, bagageruimte
  • zavařenina in het nederlands - jam, marmelade, moes, vastgelopen, storing, papierstoring, jam van
  • zavařovat in het nederlands - conserveren, bergen, overhouden, onderhouden, handhaven, bezuinigen, uitzuinigen, ...
  • zavedení in het nederlands - intrede, inleiding, toegang, aanmelding, binnenkomst, entree, ingang, ...
Willekeurige woorden
Zavařit in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: uitwinnen, overhouden, conserveren, uitsparen, konfijten, uitzuinigen, bewaren, bergen, onderhouden, inleggen, besparen, inmaken, behouden, bezuinigen, handhaven, opgemaakt, zetten, gereed, zette, verpakt