Zbýt in het nederlands
Vertaling: zbýt, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
nablijven, achterblijven, toeven, resteren, overblijven, blijven, resten, overgebleven, overblijft, links over, overblijfsel
Verwante woorden
Vertalingen
- zbídačit in het nederlands - verarmen, verarming, armer, verarming van, verarmt
- zbít in het nederlands - dorsen, afranselen, mep, afrossen, meppen, pardoes, pats, ...
- zbývat in het nederlands - restant, overige, toeven, afval, overblijven, staartje, rommel, ...
- zběh in het nederlands - toegeving, verlating, cessie, afstaan, losheid, ongegeneerdheid, concessie, ...
Willekeurige woorden
Zbýt in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: nablijven, achterblijven, toeven, resteren, overblijven, blijven, resten, overgebleven, overblijft, links over, overblijfsel
Vertalingen: nablijven, achterblijven, toeven, resteren, overblijven, blijven, resten, overgebleven, overblijft, links over, overblijfsel