Zbourání in het nederlands
Vertaling: zbourání, Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Brontaal:
tsjechisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
sloop, ontmanteling, afbraak, de sloop, sloop-, sloopwerkzaamheden
Vertalingen
- zbojník in het nederlands - bandiet, oproerig, rebel, opstandig, steler, struikrover, dief, ...
- zbourat in het nederlands - afbreken, afkammen, breken, af te breken, neerhalen, slopen
- zboření in het nederlands - sloop, vernietiging, afbraak, de sloop, sloop-, sloopwerkzaamheden
- zbořit in het nederlands - vernielen, verorberen, verwoesten, afkammen, ineenstorten, afbreken, ondermijnen, ...
Willekeurige woorden
Zbourání in het nederlands - Woordenboek: tsjechisch » nederlands
Vertalingen: sloop, ontmanteling, afbraak, de sloop, sloop-, sloopwerkzaamheden
Vertalingen: sloop, ontmanteling, afbraak, de sloop, sloop-, sloopwerkzaamheden