Сонца in het nederlands

Vertaling: сонца, Woordenboek: wit-russisch » nederlands

Brontaal:
wit-russisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
zon, zondag, zonneschijn, de zon, zon.
Сонца in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • снасьць in het nederlands - middel, gereedschap, werktuig, snasts
  • соль in het nederlands - gezouten, zout, zouten, pekelen, zoute, het zout, salt
  • спаднiца in het nederlands - meisje, vrouwenrok, rok, meid, rokje, rokjes, skirt, ...
  • спажыва in het nederlands - voortduren, doorgaan, levend, volhouden, bergen, drager, vervolgen, ...
Willekeurige woorden
Сонца in het nederlands - Woordenboek: wit-russisch » nederlands
Vertalingen: zon, zondag, zonneschijn, de zon, zon.