Angelägen in het nederlands

Vertaling: angelägen, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
dringend, spoedeisend, urgent, persen, brandend, scherp, enthousiast, graag, scherpe, gebrand
Angelägen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • anförtro in het nederlands - opdragen, toevertrouwen, Entrust, belasten, van Entrust, belasten met
  • anförvant in het nederlands - relatief, bloedverwant, betrekkelijk, familielid, verwant
  • angelägenhet in het nederlands - spul, materie, onderwerp, affaire, ding, voorwerp, goedje, ...
  • angenäm in het nederlands - plezierig, aangenaam, genoeglijk, prettig, aangename, prettige, gezellige
Willekeurige woorden
Angelägen in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: dringend, spoedeisend, urgent, persen, brandend, scherp, enthousiast, graag, scherpe, gebrand