Besöka in het nederlands
Vertaling: besöka, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bezoek, afgaan, visite, bezoeken, opzoeken, bezoekje, verblijven
Verwante woorden
Vertalingen
- besättning in het nederlands - bemanning, ploeg, crew, bemanningsleden, de bemanning, bemanning van
- besök in het nederlands - opzoeken, bezoek, afgaan, visite, bezoeken, bezoekje, verblijven
- beta in het nederlands - weiden, grazen, bèta, beta-
- betala in het nederlands - bezoldiging, verdienste, uitbetalen, betaling, uitkeren, salaris, gage, ...
Willekeurige woorden
Besöka in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: bezoek, afgaan, visite, bezoeken, opzoeken, bezoekje, verblijven
Vertalingen: bezoek, afgaan, visite, bezoeken, opzoeken, bezoekje, verblijven