Bita in het nederlands
Vertaling: bita, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
happen, beet, bijten, knauwen, beitsen, Bite, Bijt, te bijten
Verwante woorden
Vertalingen
- bistånd in het nederlands - erfdienstbaarheid, reliëf, toedoen, assisteren, assistent, zorg, heul, ...
- bit in het nederlands - tijd, beting, gedeelte, moment, afkeuren, deel, poos, ...
- biträdande in het nederlands - secundair, bijbehorend, aanhangsel, bijkomstig, bijkomend, dochteronderneming, assistent, ...
- biträde in het nederlands - baten, bijstand, bedienen, helpen, assistent, bijstaan, adjunct, ...
Willekeurige woorden
Bita in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: happen, beet, bijten, knauwen, beitsen, Bite, Bijt, te bijten
Vertalingen: happen, beet, bijten, knauwen, beitsen, Bite, Bijt, te bijten