Bruka in het nederlands

Vertaling: bruka, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gewoonte, doel, functie, gebruiken, plaats, opleggen, toepassen, benutten, leggen, betrekking, aandoen, werkkring, bewerken, werk, ambt, aannemen, landbouw, de landbouw, farming, tweedehands, landbouwmethoden
Bruka in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • brottsling in het nederlands - misdadiger, misdadig, snood, crimineel, strafrechtelijk, strafrechtelijke
  • bruk in het nederlands - toepassing, usance, doel, werkkring, doelwit, zetten, ambt, ...
  • brukbar in het nederlands - bruikbaar, bevorderlijk, nuttig, dienstig, bruikbare, geschikt, te gebruiken, ...
  • bruklig in het nederlands - gewoonte, ordinair, gemeenschappelijk, alledaags, warande, plat, algemeen, ...
Willekeurige woorden
Bruka in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: gewoonte, doel, functie, gebruiken, plaats, opleggen, toepassen, benutten, leggen, betrekking, aandoen, werkkring, bewerken, werk, ambt, aannemen, landbouw, de landbouw, farming, tweedehands, landbouwmethoden