Cyklist in het nederlands

Vertaling: cyklist, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bijlage, aanhangsel, passagier, appendix, ruiter, inzittende, fietsers, wielrenners, fietser, Cyclists, De fietsers
Cyklist in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • civilisera in het nederlands - civiliseren, beschaven, beschaving, te beschaven, beschaafd
  • cykel in het nederlands - tweewieler, fiets, motorfiets, motor, rijwiel, fietsen, de fiets, ...
  • cyniker in het nederlands - cynicus, cynic, cynisch, cynische, cynikus
  • cynisk in het nederlands - cynisch, cynische, cynisme, cynischer
Willekeurige woorden
Cyklist in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: bijlage, aanhangsel, passagier, appendix, ruiter, inzittende, fietsers, wielrenners, fietser, Cyclists, De fietsers