Emigrera in het nederlands
Vertaling: emigrera, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitwijken, emigreren, uittrekken, te emigreren, emigratie, emigreert
Vertalingen
- emellertid in het nederlands - echter, desondanks, maar, toch, hoe, niettemin, Nochtans, ...
- emigrant in het nederlands - Emigranten, de emigrant, geëmigreerde, van de emigrant
- emot in het nederlands - tegenover, jegens, tegen, versus, vis, ten, opzichte, ...
- empiri in het nederlands - empirie, empirisme, het empirisme, empiricisme, de empirie
Willekeurige woorden
Emigrera in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: uitwijken, emigreren, uittrekken, te emigreren, emigratie, emigreert
Vertalingen: uitwijken, emigreren, uittrekken, te emigreren, emigratie, emigreert