Familj in het nederlands

Vertaling: familj, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
categorie, huis, huishouden, gezin, geslacht, huishouding, familie, familiebericht, een familie, families
Familj in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • fallskärm in het nederlands - parachute, valscherm, springscherm, parachute te
  • falsk in het nederlands - onecht, bastaard, vervalsing, dubbelhartig, verkeerd, bedrieger, fout, ...
  • famna in het nederlands - omhelzing, omarmen, omhelzen, te omarmen, omhels, te omhelzen
  • fana in het nederlands - vaan, vendel, banier, dundoek, vlag, wimpel, vaandel, ...
Willekeurige woorden
Familj in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: categorie, huis, huishouden, gezin, geslacht, huishouding, familie, familiebericht, een familie, families