Fett in het nederlands

festa in het nederlands - feest, smulpartij, gelag, feestmaal, banket, festijn, Feesten, ...
fet in het nederlands - lijvig, vruchtbaar, inkomsten, vet, gezet, helder, vettig, ...
fiber in het nederlands - vezel, vezels, glasvezel, fibre
ficka in het nederlands - zak, pocket, broekzak, daardoor mag, en daardoor mag

Willekeurige woorden

aangeschoten

belegering

grondwettelijk in het engels

nuttigen in het engels

orkestratie in het engels

vermoeidheid in het engels

Fett in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: vet, vruchtbaar, invetten, vettig, smeren, gezet, smeer, dik, lijvig, vette, vetten, dikke