Gummi in het nederlands

Vertaling: gummi, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
gummi, rubber, kapotje, rubberen, condoom, stuf, vlakgom, elastiek, gom, kauwgom, tandvlees, gum, het tandvlees
Gummi in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • gul in het nederlands - geel, gele, de gele
  • gula in het nederlands - geel, gele, de gele
  • gumse in het nederlands - ram
  • gunga in het nederlands - steen, rots, balanceren, rotsblok, schommel, Swing, schommeling, ...
Willekeurige woorden
Gummi in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: gummi, rubber, kapotje, rubberen, condoom, stuf, vlakgom, elastiek, gom, kauwgom, tandvlees, gum, het tandvlees