Hantverk in het nederlands

Vertaling: hantverk, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:

zweeds

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

nering, handwerk, handel, ruilhandel, beroep, vak, koopmanschap, handelen, handenarbeid, ambacht, ruil, ambachten, Crafts, kunstnijverheid, ambachtelijke

Verwante woorden

nering in het zweeds

handwerk in het zweeds

handel in het zweeds

ruilhandel in het zweeds

beroep in het zweeds

vak in het zweeds

koopmanschap in het zweeds

handelen in het zweeds

handenarbeid in het zweeds

ambacht in het zweeds

ruil in het zweeds

Vertalingen

hantera in het nederlands - kruk, steel, hengsel, administreren, handvat, beheren, hanteren, ...
hantering in het nederlands - bestuur, richtlijn, toediening, beheer, raadgeving, instructie, raad, ...
hantverkare in het nederlands - ambachtsman, vakman, handwerksman, ambachtelijke, craftsman
hare in het nederlands - haas, hazen

Willekeurige woorden

eerstkomend in het engels

kampen in het engels

totaliter in het engels

traditioneel in het engels

Hantverk in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: nering, handwerk, handel, ruilhandel, beroep, vak, koopmanschap, handelen, handenarbeid, ambacht, ruil, ambachten, Crafts, kunstnijverheid, ambachtelijke