Inskränka in het nederlands

Vertaling: inskränka, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:

zweeds

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

herleiden, verminderen, vereenvoudigen, beknotten, begrenzen, beteugelen, beperken, zetten, reduceren, verkleinen, bedwingen, perk, betomen, verlagen, maaien, limiet, beperking, begrenzing, grens

Verwante woorden

herleiden in het zweeds

verminderen in het zweeds

vereenvoudigen in het zweeds

beknotten in het zweeds

begrenzen in het zweeds

beteugelen in het zweeds

beperken in het zweeds

zetten in het zweeds

reduceren in het zweeds

verkleinen in het zweeds

bedwingen in het zweeds

perk in het zweeds

betomen in het zweeds

verlagen in het zweeds

maaien in het zweeds

limiet in het zweeds

Vertalingen

insats in het nederlands - vlugheid, donatie, slag, prestatie, vervulling, naleving, handigheid, ...
insekt in het nederlands - insecten, insect, insectencellen
inskränkning in het nederlands - beperking, restrictie, beperkingen, beperking van
inspektera in het nederlands - visiteren, schouwen, inspecteren, te inspecteren, inzage, inspecteer, inspectie

Willekeurige woorden

verbleekt in het engels

weerkunde in het engels

Inskränka in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: herleiden, verminderen, vereenvoudigen, beknotten, begrenzen, beteugelen, beperken, zetten, reduceren, verkleinen, bedwingen, perk, betomen, verlagen, maaien, limiet, beperking, begrenzing, grens