Isolator in het nederlands

Vertaling: isolator, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
isolator, insulator, isolatie, isolerende
Isolator in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • irritera in het nederlands - hinderen, verontwaardigen, ergeren, vervelen, irriteren, irriteert, prikkelend, ...
  • is in het nederlands - ijsje, ijs, consumptie-ijs, ijsco, ice, consumptie, het ijs, ...
  • isolera in het nederlands - afzonderen, isoleren, te isoleren, isoleer, geïsoleerd, isoleren van
  • iver in het nederlands - vuur, ijver, gloed, ambitie, begerigheid, begeerte, graagte, ...
Willekeurige woorden
Isolator in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: isolator, insulator, isolatie, isolerende