Marsch in het nederlands

Vertaling: marsch, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
lentemaand, maart, lopen, tippelen, marcheren, mars, opmars, March, tocht
Marsch in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • marmelad in het nederlands - jam, vastgelopen, storing, papierstoring, jam van
  • marmor in het nederlands - pilletje, marmer, marmeren, knikker, Marble, een marmeren
  • marsipan in het nederlands - marsepein, Marzipan, de marsepein, van de marsepein, marsepeinen
  • marskalk in het nederlands - maarschalk, Marshal, hofmaarschalk, marshall, maarschalk van
Willekeurige woorden
Marsch in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: lentemaand, maart, lopen, tippelen, marcheren, mars, opmars, March, tocht