Nöd in het nederlands

Vertaling: nöd, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
moeten, zin, tekortkoming, behoeven, begeerte, motief, tekort, gebrek, nood, behoefte, wens, dienen, noodzaak, eis, beweegreden, opeisen, nodig hebben, hoeven, nodig
Nöd in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • några in het nederlands - enige, enigszins, circa, enkele, enig, iemand, sommige, ...
  • nål in het nederlands - speld, kompasnaald, kegel, naald, pin, pen, pins
  • nödfall in het nederlands - crisis, noodgeval, noodtoestand, Emergency, noodsituatie, noodgevallen
  • nödtorftig in het nederlands - onbedekt, bloot, naakt, ontbloot, karig, schraal, schaars, ...
Willekeurige woorden
Nöd in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: moeten, zin, tekortkoming, behoeven, begeerte, motief, tekort, gebrek, nood, behoefte, wens, dienen, noodzaak, eis, beweegreden, opeisen, nodig hebben, hoeven, nodig