Nagel in het nederlands

Vertaling: nagel, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
nagel, spijkeren, draadnagel, spijker, nagelen, nail, namen, nagels
Nagel in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • nacke in het nederlands - nek, hals, de hals, de nek, nee
  • nafsa in het nederlands - knagen, knabbelen, smoren, happen, Nippend, smoren van, nipping
  • naiv in het nederlands - naïef, argeloos, ongekunsteld, naïeve, naive, naief, naïef zijn
  • naken in het nederlands - naakt, ontbloot, onbedekt, bloot, onopgesmukt, naakte, Naked, ...
Willekeurige woorden
Nagel in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: nagel, spijkeren, draadnagel, spijker, nagelen, nail, namen, nagels