Påvisa in het nederlands

Vertaling: påvisa, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bewijzen, uitproberen, adstrueren, beproeven, aanpassen, proberen, staven, waarmaken, aantonen, toetsen, trachten, opsporen, ontdekken, detecteren, sporen, te detecteren
Påvisa in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • påverka in het nederlands - ontroeren, aangrijpen, inwerking, bewegen, aandoen, beïnvloeden, treffen, ...
  • påverkad in het nederlands - aangegrepen, onecht, onwaar, gemaakt, gewrongen, geaffecteerd, aangedaan, ...
  • pöbel in het nederlands - ruchtbaar, openbaar, publiek, gepeupel, bende, menigte, mob, ...
  • quisling in het nederlands - verrader, Quisling
Willekeurige woorden
Påvisa in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: bewijzen, uitproberen, adstrueren, beproeven, aanpassen, proberen, staven, waarmaken, aantonen, toetsen, trachten, opsporen, ontdekken, detecteren, sporen, te detecteren