Pipa in het nederlands

Vertaling: pipa, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
kanaal, roer, leidingen, steel, loop, tabakspijp, buis, pijp, slang, leiding, pipe, buizen
Pipa in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • pionjär in het nederlands - baanbreker, baanbrekend, genist, voortrekker, pionier, Pioneer, pionier op het gebied, ...
  • pip in het nederlands - kwetteren, tjilpen, sjilpen, piepen, pit, PIP, pips, ...
  • pir in het nederlands - aanlegplaats, havendam, mol, landingsplaats, pier, steiger, pijler, ...
  • piska in het nederlands - geselen, roeren, omroeren, doorroeren, afranselen, zweep, wimper, ...
Willekeurige woorden
Pipa in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: kanaal, roer, leidingen, steel, loop, tabakspijp, buis, pijp, slang, leiding, pipe, buizen