Rubba in het nederlands

Vertaling: rubba, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beweging, treffen, uitvoeren, lopen, verlopen, verplaatsen, bewegen, aandoen, slag, ontroeren, omzetten, reizen, overplaatsen, uitwerken, doen, zet, van streek, boos, overstuur, verstoord, streek
Rubba in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • rov in het nederlands - prooi, steengroeve, buit, vangst, ten prooi, roof, prooien
  • rova in het nederlands - koolzaad, knol, raap, knolraap, turnip, de Raap
  • rubin in het nederlands - blozend, robijn, rood, robijnrood, ruby, robijnrode, robijnen
  • rubrik in het nederlands - graad, leiden, aanvoerder, hoofd, geleiden, verstand, directeur, ...
Willekeurige woorden
Rubba in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: beweging, treffen, uitvoeren, lopen, verlopen, verplaatsen, bewegen, aandoen, slag, ontroeren, omzetten, reizen, overplaatsen, uitwerken, doen, zet, van streek, boos, overstuur, verstoord, streek