Sälja in het nederlands
Vertaling: sälja, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verhandelen, vervreemden, overdoen, wegdoen, verkopen, tappen, te verkopen, verkoop, verkoopt
Verwante woorden
Vertalingen
- säkring in het nederlands - kousje, lont, hedging, afdekking, indekking, afdekken, afdekken van
- säl in het nederlands - verzegelen, bezegelen, rob, zegel, zeehond, afdichting, seal, ...
- säljare in het nederlands - verkoper, deze verkoper, De verkoper, aan deze verkoper, aanbieder
- sällsam in het nederlands - wonderlijk, verdachte, raar, vreemd, zonderling, bizar, eigenaardig, ...
Willekeurige woorden
Sälja in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: verhandelen, vervreemden, overdoen, wegdoen, verkopen, tappen, te verkopen, verkoop, verkoopt
Vertalingen: verhandelen, vervreemden, overdoen, wegdoen, verkopen, tappen, te verkopen, verkoop, verkoopt