Skala in het nederlands

Vertaling: skala, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:

zweeds

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

schilfer, beschieten, kinkhoorn, schaal, rugschild, huisje, schild, schillen, aanslag, ladder, schaalverdeling, afpellen, schelp, schub, verhouding, jassen, weegschaal, omvang, grootschalige, Kleinschalig

Verwante woorden

schilfer in het zweeds

beschieten in het zweeds

kinkhoorn in het zweeds

schaal in het zweeds

rugschild in het zweeds

huisje in het zweeds

schild in het zweeds

schillen in het zweeds

aanslag in het zweeds

ladder in het zweeds

schaalverdeling in het zweeds

afpellen in het zweeds

schelp in het zweeds

schub in het zweeds

verhouding in het zweeds

jassen in het zweeds

Vertalingen

skakning in het nederlands - schok, ruk, schokken, schudden, beven, schud, te schudden, ...
skal in het nederlands - vacht, rugschild, schild, afpellen, scheepsromp, huid, casco, ...
skald in het nederlands - dichter, dichteres, romans, de dichter, poëet
skaldjur in het nederlands - zeevruchten, vis en zeevruchten, vis, Seafood

Willekeurige woorden

architectuur in het engels

hulde in het engels

Skala in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: schilfer, beschieten, kinkhoorn, schaal, rugschild, huisje, schild, schillen, aanslag, ladder, schaalverdeling, afpellen, schelp, schub, verhouding, jassen, weegschaal, omvang, grootschalige, Kleinschalig