Spår in het nederlands

Vertaling: spår, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
spoor, afdruk, uittekenen, voetspoor, rail, trekken, afbakenen, aftekenen, overblijfsel, baan, weg, nummer
Spår in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • spänning in het nederlands - beklemtonen, accentueren, voltage, spanning, de spanning
  • spå in het nederlands - geestelijke, waarzeggen, voorspellen, voorzeggen, goddelijk, beduiden, te voorspellen, ...
  • spåra in het nederlands - schaduwbeeld, aftekenen, voetspoor, spoor, trekken, overblijfsel, schaduw, ...
  • spårvagn in het nederlands - tram, tram-, de tram, tramhalte, tramlijn
Willekeurige woorden
Spår in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: spoor, afdruk, uittekenen, voetspoor, rail, trekken, afbakenen, aftekenen, overblijfsel, baan, weg, nummer