Störa in het nederlands
Vertaling: störa, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schenden, rust, verstoren, verbreken, pauze, opening, hinderen, onderbreken, stukbreken, interrumperen, stilte, bres, storen, afbreken, belemmeren, scheuren, interfereren, bemoeien
Verwante woorden
Vertalingen
- stöna in het nederlands - zuchten, stenen, steunen, kreunen, kermen, gekreun, kreun
- stör in het nederlands - interfereert, ingrijpt, hinder meebrengt
- stöt in het nederlands - behalen, ruk, mep, botsing, tik, aanrijding, dichtslaan, ...
- stöta in het nederlands - zitvlak, achterste, bips, kont, sigaret, doel, mikpunt, ...
Willekeurige woorden
Störa in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: schenden, rust, verstoren, verbreken, pauze, opening, hinderen, onderbreken, stukbreken, interrumperen, stilte, bres, storen, afbreken, belemmeren, scheuren, interfereren, bemoeien
Vertalingen: schenden, rust, verstoren, verbreken, pauze, opening, hinderen, onderbreken, stukbreken, interrumperen, stilte, bres, storen, afbreken, belemmeren, scheuren, interfereren, bemoeien