Stam in het nederlands

Vertaling: stam, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:

zweeds

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

banaal, stock, gewoontjes, boomstam, steel, plat, schacht, bouillon, afkomst, veestapel, afgezaagd, vee, halm, alledaags, voorraad, geboorte, spanning, inspanning, ras

Verwante woorden

banaal in het zweeds

stock in het zweeds

gewoontjes in het zweeds

boomstam in het zweeds

steel in het zweeds

plat in het zweeds

schacht in het zweeds

bouillon in het zweeds

afkomst in het zweeds

veestapel in het zweeds

afgezaagd in het zweeds

vee in het zweeds

halm in het zweeds

alledaags in het zweeds

voorraad in het zweeds

geboorte in het zweeds

Vertalingen

stadig in het nederlands - fiks, solide, stabiel, hecht, fors, edelman, stevig, ...
stall in het nederlands - stabiel, hecht, stevig, gevestigd, stal, stallen, kraampjes, ...
stamfader in het nederlands - voorvader, stamvader, verwekker, voorlopercellen, progenitor
stamma in het nederlands - hakkelen, stotteren, aarzeling, stamelen, gestotter, stutter, stotter

Willekeurige woorden

opperhoofd in het engels

tjilpen in het engels

uitnodigen in het engels

Stam in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: banaal, stock, gewoontjes, boomstam, steel, plat, schacht, bouillon, afkomst, veestapel, afgezaagd, vee, halm, alledaags, voorraad, geboorte, spanning, inspanning, ras