Stapel in het nederlands

Vertaling: stapel, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
overvloed, menigte, accumuleren, hoop, ophopen, stapel, tas, troep, hooiopper, paal, massa, drom, schare, opeenhopen, boel, schelf, hoofdbestanddeel, kram, nietje, stapelvezels, nieten
Stapel in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • stank in het nederlands - stinken, stank, de stank, stankoverlast
  • stanna in het nederlands - afsluiten, vriezen, station, stelpen, opbreken, aflaten, vorst, ...
  • stappla in het nederlands - Bumble, Bommel, hommels, stuntel, stuntelt
  • stare in het nederlands - spreeuw, Starling, het starling, van Starling, spreeuwen
Willekeurige woorden
Stapel in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: overvloed, menigte, accumuleren, hoop, ophopen, stapel, tas, troep, hooiopper, paal, massa, drom, schare, opeenhopen, boel, schelf, hoofdbestanddeel, kram, nietje, stapelvezels, nieten