Ting in het nederlands
Vertaling: ting, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
doelwit, voorwerp, stof, aangelegenheid, mikpunt, doel, zelfstandigheid, goedje, object, substantie, objectief, materie, onderwerp, zaak, schietschijf, honk, ding, Thing, wat, Ding van
Verwante woorden
Vertalingen
- tina in het nederlands - dooi, ontdooien, ontdooi, ontdooiing
- tindra in het nederlands - twinkelen, fonkel, fonkelen, twinkle, twinkeling
- tinning in het nederlands - godshuis, bedehuis, slaap, tempel, synagoge, tempels, slapen, ...
- tio in het nederlands - tien, tiental, ten, de tien, van tien
Willekeurige woorden
Ting in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: doelwit, voorwerp, stof, aangelegenheid, mikpunt, doel, zelfstandigheid, goedje, object, substantie, objectief, materie, onderwerp, zaak, schietschijf, honk, ding, Thing, wat, Ding van
Vertalingen: doelwit, voorwerp, stof, aangelegenheid, mikpunt, doel, zelfstandigheid, goedje, object, substantie, objectief, materie, onderwerp, zaak, schietschijf, honk, ding, Thing, wat, Ding van