Tvär in het nederlands
Vertaling: tvär, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
eerlijk, onverhoeds, onverwacht, kwadraat, kortaf, carré, steil, stomp, oprecht, bot, ruitje, kortaangebonden, vierkant, vak, bars, abrupt, oversteken, kruisen, kruis, doorkruisen, steken
Verwante woorden
Vertalingen
- tvivelaktig in het nederlands - twijfelachtig, onzeker, dubieus, aanvechtbaar, discutabel, betwistbaar, dubieuze, ...
- tvivla in het nederlands - betwijfelen, twijfelen, twijfel, dubben, ongetwijfeld, twijfel over, overduidelijk, ...
- tvätt in het nederlands - was, wasgoed, wasserij, wasservice, wasserette
- tvätta in het nederlands - uitwassen, wassen, witten, was, wassing, wash, afwassen
Willekeurige woorden
Tvär in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: eerlijk, onverhoeds, onverwacht, kwadraat, kortaf, carré, steil, stomp, oprecht, bot, ruitje, kortaangebonden, vierkant, vak, bars, abrupt, oversteken, kruisen, kruis, doorkruisen, steken
Vertalingen: eerlijk, onverhoeds, onverwacht, kwadraat, kortaf, carré, steil, stomp, oprecht, bot, ruitje, kortaangebonden, vierkant, vak, bars, abrupt, oversteken, kruisen, kruis, doorkruisen, steken