Tvist in het nederlands

Vertaling: tvist, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ruziën, twist, twistgesprek, redetwist, twisten, disputeren, dispuut, kwestie, redetwisten, ruzie, krakelen, heibel, kiften, bespreken, herrie, strijd, geschil, geschillen, geding, geschillenbeslechting
Tvist in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • tvilling in het nederlands - tweeling, Twin, twee aparte, lits
  • tvinga in het nederlands - verplichten, opdringen, doordrukken, stuwen, forceren, macht, dwingen, ...
  • tvivel in het nederlands - twijfel, dubben, betwijfelen, twijfelen, twijfels, twijfelt, betwijfelt
  • tvivelaktig in het nederlands - twijfelachtig, onzeker, dubieus, aanvechtbaar, discutabel, betwistbaar, dubieuze, ...
Willekeurige woorden
Tvist in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: ruziën, twist, twistgesprek, redetwist, twisten, disputeren, dispuut, kwestie, redetwisten, ruzie, krakelen, heibel, kiften, bespreken, herrie, strijd, geschil, geschillen, geding, geschillenbeslechting