Utanpå in het nederlands
Vertaling: utanpå, Woordenboek: zweeds » nederlands
Brontaal:
zweeds
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uiterlijk, buiten, daarbuiten, buitenkant, buitenzijde, buiten de, externe
Vertalingen
- utan in het nederlands - slechts, doch, alleen, uitsluitend, pas, enkel, maar, ...
- utanför in het nederlands - uiterlijk, buiten, daarbuiten, buitenkant, buitenzijde, buiten de, externe
- utanskrift in het nederlands - rede, redevoering, adresseren, adres, oratie, speech, spreken, ...
- utbilda in het nederlands - tros, kampeerwagen, coachen, opleiden, spoortrein, trainen, gevolg, ...
Willekeurige woorden
Utanpå in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: uiterlijk, buiten, daarbuiten, buitenkant, buitenzijde, buiten de, externe
Vertalingen: uiterlijk, buiten, daarbuiten, buitenkant, buitenzijde, buiten de, externe