Vana in het nederlands

Vertaling: vana, Woordenboek: zweeds » nederlands

Brontaal:

zweeds

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

leggen, betrekking, plaats, werkkring, gewaarworden, opleggen, gewoonte, aanwensel, belevenis, ervaring, aanwenden, aanvoelen, doelstelling, hebbelijkheid, zetten, aandoen, Habit, gewoonte om, gewoonte van, de gewoonte

Verwante woorden

leggen in het zweeds

betrekking in het zweeds

plaats in het zweeds

werkkring in het zweeds

gewaarworden in het zweeds

opleggen in het zweeds

gewoonte in het zweeds

aanwensel in het zweeds

belevenis in het zweeds

ervaring in het zweeds

aanwenden in het zweeds

aanvoelen in het zweeds

doelstelling in het zweeds

hebbelijkheid in het zweeds

zetten in het zweeds

aandoen in het zweeds

Vertalingen

valör in het nederlands - taxeren, achten, schatten, gehalte, waarderen, waarde, benaming, ...
vampyr in het nederlands - vampier, Vampire, de Vampier, de Vampier van, van de Vampier
vandel in het nederlands - besturen, richten, dirigeren, brengen, gedrag, wandel, houding, ...
vanför in het nederlands - verlamde

Willekeurige woorden

sportpark in het engels

Vana in het nederlands - Woordenboek: zweeds » nederlands
Vertalingen: leggen, betrekking, plaats, werkkring, gewaarworden, opleggen, gewoonte, aanwensel, belevenis, ervaring, aanwenden, aanvoelen, doelstelling, hebbelijkheid, zetten, aandoen, Habit, gewoonte om, gewoonte van, de gewoonte